nederlandsch ingenieur, geb. 23 Maart 1817 te Delft, studeerde aan de Kon. Academie aldaar, deed in 1846 eind-examen, ging in 1850 als mijn-ingenieur 2de klasse naar Indië, werd in 1853 ingenieur 1ste klasse, in 1861 hoofd-ingenieur, bereisde een aanzienlijk deel van den Indischen archipel, vooral om tin op te sporen, werd in 1866 gepensioneerd, vertegenwoordigde daarop tot 1871 de Bilitonmaatschappij in Indië, was, in Nederland teruggekeerd, eenigen tijd voorzitter van het Indisch genootschap, en overl. 7 Juni 1896.
Hij schreef: Herinneringen aan Biltong (Den Haag 1887), opstellen in het „Jaarb. v. h. Mijnwezen”, in het „Natuurk. Tijdschrift v. Nederl.-Indië”, enz.
