Communisme

betekenis & definitie

De gemeenschapsleer, de maatschappelijke theorie die in opheffing van individueel bezit en van volkomen gelijkheid in rechten op hetgeen dient tot onderhoud van het leven, het middel ziet om algemeen geluk en algemeene rechtvaardigheid te doen heerschen. Terwijl het collectivisme zich beperkt tot het in het bezit der gemeenschap stellen van de productiemiddelen (grond, grondstoffen, gereedschap, verkeersmiddelen), en zoodoende het individueel belang met het algemeen belang zoekt te vereenigen en te doen saamvallen en zoodoende de intensiteit der kapitalistische productie te behouden, zou het communisme dit beginsel ook wenschen te zien doorgetrokken tot het geproduceerde (voedingsmiddelen, kleedij, meubelen enz.); bij het collectivisme blijft een verhouding tusschen verrichten arbeid en aanspraak op belooning erkend, en het persoonlijk recht van den producent op het door hem met de door de gemeenschap ter zijner beschikking gestelde productiemiddelen voortgebrachte onaangetast, blijlt derhalve de noodwendigheid aanwezig om voort te brengen, teneinde zelf te kunnen bestaan; het communisme verwerpt ook dezen dwang en leert vrije verdeeling van het met de volkomen vrijgestelde productiemiddelen voortgebrachte. De leer van het collectivisme is die der sociaal-democratie. Verdedigers der communistische idee waren Plato (De Republiek), Thomas Morus (Utopia), Campanella (Zonnestad), Harrington (Oceana), Jean Bodin (La République), Meslier, Deschamps , Morelly, Mably, Brissot de Warville, Babeuf, Fourier, Louis Blanc enz.