Gepubliceerd op 20-01-2021

Cocaïne

betekenis & definitie

(C17H21NO4), het werkzame alkaloïde der bladeren van de Coca of Koka (Erythroxylon Coca Lam), welke bladeren als betel gekauwd worden. Het C. kristalliseert in groote kleurlooze prismas, smaakt bitter en maakt de tongzenuwen tijdelijk gevoelloos, smelt bij 98°, en lost moeielijk op in water, gemakkelijk in alkohol en ether. C. vormt met zuren meest kristalliseerbare, in water gemakkelijk oplosbare, zwak bitter smakende zouten, van welke het zoutzure Cocaïnum muriaticum s. hydrochloricum (C17H21NO4HCI) in de geneeskunde veelvuldige toepassing vindt. Het behoort tot de narcotische middelen en verhoogt in kleine doses inwendig gebruikt, evenals de opium, de werkzaamheid der hersenen, veroorzaakt dientengevolge opgewektheid, vermindering van behoefte aan slaap en voedsel en verhooging van arbeidskracht. Bij groote doses verwekt het vermoeidheid, slaap en verdooving. Het wordt door den arts voorgeschreven als stimuleerend middel bij verschillende ziektetoestanden, bij vermoeiende marschen en bergbestijgingen, tegen nerveuse dyspepsie, koliek, braken van zwangere vrouwen of lijders aan zeeziekte, en bij de behandeling van morphinisten en alcoholisten. Van meer beteekehis is het uitwendig gebruik als pijnstillend middel bij kleinere operatiën, in de oogheelkunde,'tandheelkunde en in het algemeen daar, waar chloroformiseering in het geheel niet, of alleen met groote bezwaren toegepast zou kunnen worden.

Als alle narcotische middelen leidt ook het C. bij misbruik tot ernstige 'lichamelijke en geestelijke verzwakking en bij voortduring onvermijdelijk tot den dood. Men noemt het verslaafd zijn aan cocaïne, hetgeen in vele opzichten op morphinisme gelijkt, cocaïnisme of cocaïnezucht; het is een verfijnde vorm van dronkenschap, slechts in de hoogere kringen bekend, waar het een steeds toenemend kwaad is en bij den dag meer slachtoffers maakt, vooral in Engeland; de cocaïne wordt door inspuiting in het organisme gebracht; cocaïnezucht kan een tijd lang zoo geheim gehouden worden, dat zelfs de meest intieme vrienden geen verdenking koesteren; zij heeft niet het afstootende van den gewonen roes. De coeaïne-inspuiting is de gevaarlijkste vorm van dronkenschap. Bij de meeste narcotische middelen heeft men een snelle waarschuwing voor het komende kwaad, maar bij gebruik van cocaïne voelt men zich weer jong en krachtig, de pijn is gedood, de onrust schijnt uit het leven weggenomen te zijn. Men heeft het gevoel van Bevrediging en spankracht, van behagen en genoegen. Deze toestand verdwijnt echter nog sneller dan bij opium en het slachtoffer wordt bijna onvermijdelijk tot nieuwe inspuitingen gedreven. Daarbij is cocaïne-hydrochloraat zeer duur. Een ons kost in den détailverkoop ongeveer 45 gulden. De cocaïnezucht is zoo toegenomen, dat zij in Engeland een nieuwe industrie in het leven heeft geroepen, de oprichting van „tehuizen” voor bemiddelde verslaafden. De lijders vermageren buitengewoon snel, krijgen eenbleeke, bijna lijkachtige gelaatskleur en lijden aan slapeloosheid, verzwakking van geheugen en wilskracht, gezichtshallucinaties, hetgeen ten slotte in algeheele verstandsverbijstering (cocaïnomanie) kan overgaan, welke zich als zoogenaamde vervolgingswaanzin openbaart; wordt het gebruik niet tijdig gestaakt, wat den lijders zoo goed als onmogelijk is, zoo is de dood onvermijdelijk het einde.

< >