Gepubliceerd op 14-03-2021

Christoph martin wieland

betekenis & definitie

duitsch dichter en schrijver, geb. te Oberholzheim, 1733, overl. te Weimar, 1813, was de zoon van een predikant, gaf zich in den aanvang over aan piëtisme en ontstak in ideale liefde voor een familielid van hem, Sophie von Gutermann. Onder den invloed van deze gevoelens, dichtte hij liederen op de natuur, een heldendicht Ilermann en schreef Moralische Briefe en een Anti-Ovidius. Door Bodmer overgehaald zich te Zürich te vestigen, leidde hij daar een voorbeeldig leven en schreef Der geprüfte Abraham (1753).

Maar toen Sophie was getrouwd en hij Bodmer’s woning had verlaten, om de plaats van praeceptor te vervullen, kwam er een algeheele ommekeer in zijn wezen; hij las en herlas de oude en nieuwe dichters, die hij te voren als wulpsch had bestreden. Hij deed nu een treurspel Lady Johanna Gray en een heldengedicht Cyrus (1759) het licht zien, dit laatste ter verheerlijking van Frederik II, begaf zich naar Bern, .en ging van daar naar Biberach, waar hij door graaf Stadion fransche letterkunde en fransche zeden leerde liefhebben. Nu verschenen van zijn hand: Agathon (1766—1773), een verhaal van zijn eigen avonturen; Die Grazien (1770), een soort herdersdicht; Der goldene Spiegel oder die Könige von Schesehian (1772), waarin hij de weldaden van het verlicht despotisme bezingt, welke werken hem zulk een naam bezorgden, dat de hertog van Weimar hem naar zijn hof deed komen om zijn zonen Karel August en Constantijn onderricht en letterkundige vorming te geven. Ongeveer terzelfder tijd nam hij de leiding van de „Deutsche Mercur” op zich, wat hem een niet gerlngen invloed op het litteraire leven van Duitschland verschafte. Uit dit tijdperk dagteekenen ook zijn meest vermaarde werken Ober on, Clelia und Sinïbald (1784), de satirische roman Die Abderïten (1774—BI). In de laatste jaren van zijn leven hield hij zich onledig met het vervaardigen van vertalingen van Lucianus, Horatius en andere klassieke dichters. Door zijn veelzijdigheid, zucht tot satire en epicurisme verwierf W. zich den bijnaam van „Duitsche Voltaire”.

< >