belg. plantkundige, in 1807 geb., hoogl. in de kruidkunde te Luik, hield zich vooral bezig met de plantenphysiologie, later met de studie der nuttige planten. Hij stond vele jaren aan het hoofd der redactie van de door hem opgerichte tijdschriften: „La Belgique horticole” en „Journal d’Agriculture pratique”.
Hij overl. in 1859.