Gepubliceerd op 29-01-2021

Cesar germanicus

betekenis & definitie

Geb. in Sept. 20 v. Chr., zoon van Nero Claudius Drusus Germanicus (Tiberius’ broeder), en de jongere Antonia, dochter van den triumvir Antonius. Overeenkomstig den wil van Augustus, die er zelfs aan zou hebben gedacht G. tot zijn opvolger te maken, werd hij in het jaar 4 n. Chr. door zijn oom Tiberius, aangenomen zoon van Augustus, geadopteerd, zoodat nu zijn volle naam was G. Julius Cesar. Hij nam allereerst deel aan de oorlogen tegen de Pannoniërs en Dalmatiërs (7—i0 n. Chr ), en onderscheidde zich in deze zoozeer, dat hem na zijn terugkeer een triumf werd verleend. Na de nederlaag van Varus in het Teutoburgerwoud ging hij als proconsul met Tiberius, ’s keizers aangenomen zoon, naar Germanië (II n. Chr.) en stak herhaaldelijk den Rijn over. Reeds het volgend jaar naar Rome teruggekeerd, kreeg hij den post van consul, als hoedanig hij dikwijls zelf de verdediging van beschuldigden op zich nam, en verwierf zich in hooge mate de liefde en toegenegenheid des volks. Weinig later ontving hij het opperbevel over de legioenen in Germanië, die hem bij het bericht van den dood van Augustus en de troonsbestijging van Tiberius, zochten over te halen om de regeering zelf op zich te nemen. Aan de welsprekendheid en edelmoedigheid van G. gelukte het evenwel de gemoederen tot bedaren te brengen en het leger voor den nieuwen keizer te winnen. Daarop trok hij over den Rijn. drong tot over de Ems voort, sloeg de Marsers, verwoestte hun heiligdom en kwam onder hevige en aanhoudende gevechten met de Germanen weder behouden over den Rijn. Tiberius verheugde zich wel over deze overwinning, doch werd afgunstig over het aanzien dat G. bij het leger genoot, zonder dat hij hem echter durfde terug roepen. Intusschen stak G. voor de tweede maal den Rijn over en overwon de Katten, terwijl zijn veldheer Caecina de Cheruskers sloeg. Daarop trok G. zelf op verzoek van Segestes tegen de Cheruskers onder Arminius op en sloeg hen. Toen daarop Arminius de duitsche volken opruide, ondernam G., die wegens zijne overwinningen den titel van imperator gekregen had, een nieuwen tocht tegen de Cheruskers «u Bructeren, drong tot de Ems door, verwoestte wijd en zijd het land, begroef in het Teutoburgerwoud het gebeente der onder Varus gesneuvelde krijgslieden, leverde aan Arminius een bloedigen slag, en ondernam vervolgens den terugtocht, steeds door de Germanen vervolgd en bestookt. In hetjaar 16 besloot hij tot een nieuwen inval in Germanië, terwijl hij een gedeelte van zijn leger over den Rijn deed trekken, en zelf van de zeezijde aan den mond der Ems landen wilde. Yan hier drong hij voorwaarts tot aan de Weser, sloeg Arminius bij Idistavisus en trok daarop naar de Ems terug, waar hij zijn leger wTeer inscheepte en, na door een hevigen storm beloopente zijn, met het overschot der vloot terug keerde. Daar echter de Germanen terstond na zijnen aftocht weer opstonden, beraamde hij nieuwe ondernemingen, doch Tiberius riep hem terug (zie Germanen). Hij werd te Rome met gejuich ontvangen en hield een schitterende zegepraal. Daarop zond de keizer hem naar Azië om de zaken daar te regelen. Eerst reisde hij door Griekenland, genoot daar een luistervolle ontvangst en vertrok naar Syrië, regelde de betrekkingen der afzonderlijke provinciën, vermeerderde het rijk met nieuwe en bezocht vervolgens Egypte, intusschen had de stadhouder van Syrië, Cn. Piso, zeker niet zonder geheime bevelen van Tiberius, alle schikkingen van G. ingetrokken Toen deze uit Egypte terugkeerde, stortte hij in eene zware ziekte, waaraan hij 9 Oct. 19 n. Chr. overleed, terwijl Piso niet zonder reden onder verdenking kwam van Germanicus vergiftigd te hebben. Groot was de rouw door het geheele rijk, vooral te Rome openbaarde deze zich in de hevigste droefheid bij de aankomst van zijne asch. Alleen Tiberius scheen er niet in te deelen. Algemeen bemind bij alle standen, bezat G. een edel hart en de fijnste beschaving; hij was behalve soldaat ook redenaar en dichter en ontwikkelde in zijn loopbaan ongewone staatsmansbekwaamheden; ofschoon hij niet krachtig genoeg tegen de dwingelandij van Tiberius optrad, had men toch de schoonste verwachtingen van hem opgevat. Zijn redevoeringen worden door de ouden zeer geroemd ; als dichter schreef hij eene latijnsche vertaling der Phaenomena van Aratus, die nog grootendeels bewaard is. De vertaling onderscheidt zich door dichterlijke vlucht en een ongedwongen gebruik der taal.

< >