Gepubliceerd op 20-01-2021

Castricum

betekenis & definitie

Gemeente in N.-Holl. (arrond. en kanton Alkmaar), in het westen door de Noordzee besnoeid, overigens omgeven door de gemeenten Egmond-Binnen, Heilo, lammen, Uitgeest en Heemskerk, heeft een oppervlakte van ruim 3160 bunder, grootendeels uit diluvisch zand bestaand hoog- en laag-duinland; de gemeente is gevormd uit de heerlijkheden O. en Bakkum en bevat behalve het dorp Castricmn de buurten Duinzijde, Kleibroek, Oosterbuurt, Bakkum en Noordend, benevens de gehuchten Schulpstet, Heemstee en Koningsduin, tezamen met 1890 inw.; hoofdmiddelen van bestaan landbouw,veeteelt, zuivelbereiding, schelpvisscherij, duinontginning. Kiesdistrict Beverwijk: personeele belasting klasse.— Het dorp C., zeer fraai gelegen aan den voet der duinen, wordt doorsneden door den weg van Haarlem naar Alkmaar, en heeft een in Mei 1867 geopend station aan de spoorlijn Amsterdam—Helder; het ligt ook aan de tramlijn Haarlem—Alkmaar; het dorp bloeide reeds in de 10de eeuw; in 1358 had hier een verwoed gevecht tusschen Hoekschen en Kabeljauwschen plaats; in 1573 werd het door de Spanjaarden geplunderd; 6 Oct. 1799 leverde hier het Fransch-Bataafsche leger het Eng.-Russische een veldslag

< >