Gepubliceerd op 20-01-2021

Caruin

betekenis & definitie

L. Karwij.

Plantengeslacht van de fam. der Umbelliferen, met slechts weinige in de noordelijke gematig zone inheemsche soorten, onbehaarde kruiden met rechtopstaanden weinigbebladerden stengel en veelstralige, regelmatige schermen; in Nederland komen voor ('. bulbocastanum (Bunium bulbocastanum), de aardkastanje (zie aldaar) en C. carvi, de gewone karwij, ook hofkomijn en wilde komijn geheeten (bladen dubbel gevind, blaadjes vindeelig, de beide onderste paren kruisgewijs, bloemkroon wit of roodachtig, tweejarige plant, tot */2 M. ongeveer hoog, bloeitijd Mei—Juni, algemeen in vruchtbare weilanden en op dijken).

< >