Gepubliceerd op 20-01-2021

Carolinen-eilanden

betekenis & definitie

Archipel in den Grooten oceaan, tusschen de Ladronen of Marianen en Nieuw-Guinea, van 0 tot 10° N.B. en van 132 tot 163° O.L. v. Gr. (van het eiland Sonseral of San Andrew ten w. te Walan of Strong Island ten o.) De Spanjaarden onderscheidden de West-Garolinen (de Palaos-, Pelew- of Palaoe-eilanden en de Yapgroep), de Centraal-Carolinen en de Oost-Carolinen.

Allen tezamen beslaan zij een oppervlakte van 1450 km2., met 36.000 inw., waaronder een 800-tal blanken. Behalve Palaoe zijn slechts van belang Yap, Eap of Guap (in 1625 ontdekt, 207 km2, groot, 3000 inw.), Rug, Truk of Hogoloe (in 1824 door Duperrey ontdekt, een koraalrif van 132 km2., 12000 inw.), Ponape of Ascension (340 kin2, groot), Kusai, Walan of Strong-island (in 1804 door Crozer ontdekt, 110 km.2, 500 inw.), die zich voor het rneerendeel op het kleine, nabijgelegen eiland Lele ophouden. Het eerste eiland der C. werd in 1525 door den portugees Diego da Rocha ontdekt; in 1686 vond de spaansche admiraal Francesco Lazeano de Faraulep-groep, die hij ter eere der toenmalige spaansche koningin Carolina noemde, een naam die later op den geheelen archipel overging en spoedig dien van Nieuwe Philippijncn verdrong. Perst in den aanvang der 19;le eeuw werden de C. nader bekend (door Kotzebue, Chamisso, Duperrey, Lütke, Kittlitz, Kubary, Hernsheim en anderen); hoewel de groep het meest door Duitschers onderzocht en bezocht werd en Duitschland een belangrijken handel op de C. dreef, deed Spanje in 1875 aanspraken op dezen archipel gelden, die echter door Duitschland en Engeland werden afgewezen. Toen echter de duitsche regeering in 1885 toebereidselen maakte de C. te bezetten en de kannoneerboot „Iltis” 24 Aug. het eiland Yap in bezit nam, verwekte dit in Spanje groote opgewondenheid ; beide mogendheden kwamen overeen deze zaak door den paus te doen beslechten, die op 22 Oct. 1885 de soevereiniteit over de C. en de Palaoe-eilanden aan Spanje toewees, en Duitschland vrijheid van handel, scheepvaart en visscherij en het recht om plantages aan te leggen toestond. Een opstand der inboorlingen in 1890 werd op bloedige wijze onderdrukt. Nadat Spanje de Philippijnen had verloren, bewilligde het in Juni 1899 in den verkoop der C. aan Duitschland.

< >