Gepubliceerd op 20-01-2021

Campanula

betekenis & definitie

L. Klokje Plantengeslacht van de familie der Campanulaceeën met 230 over een groot deel van den aardbodem verspreide soorten, kruiden met bebladerde, meestal vertakte stengels, verspreide, ongedeelde bladen en (daden okselstaudigo bloemen met 5-deeligen kelk en klokof t rechte wormige bloemkelk; vruchtbeginsel met 3, soms 5 stempels.

In Nederland komen voor: C. glomerata, liet kluwen vormend klokje: bloemen zittend, bladen onderste eirond, bovenste ei rond-la neet vormig, kruidachtige, o verblijvende plant, zeldzaam op vochtige beschaduwde plaatsen; C. r a p u n c u 1 o i d e s, het akkerklokje of duivelsnaaigaren bloemen overhangend, onderste bladen langwerpig en langgesteeld, bovenste langwerpig en zittend, kruidachtige, o verblijvende plant, vrij algemeen, op droge gronden, aan heggen, op bouwland, in moerassen; C. trachelium het nvwbehaard klokje: bloemen rechtopstaand, stengel en bladen behaard, onderste bladen hartvormig-eiroud, langgesteeld of zittend, bloemkroon lilawit, zelden wit, kruidachtige overblijvende plant, tot 1 meter boog, vrij algemeen in bosschen, tusschen kreupelhout, vooral in het zuiden des lands;C. rot u ndifo 1 i a, het grasklokje, ook zand klokje en kleine wilde rapouee geheeteii: bloemen meest in een pluim, onderste stengelbladereu laucetvormig, kruidachtige o verblijvende plant, los zodevorinend, met weinige niet bloeiende takken, zeealgemeen in bosschen langs wegen en in kreupelhout; C. pe rsicifolia, het persikbladige klokje: bloemen groot, klok vormig, in trosjes, bladen kaal, de onderste langwerpig en wigvormig, bloemkroon hemelsblauw, zelden wit, kruidachtige o verbid vende plant, vrij algemeen in bosschen, kreupelhout en op heidegrond; C. patula, het weideklokje: bloemkroon trechtervormig, m veelbloemige pluimen, bladen vlak, tweejarige plant, zeldzaam o]) vochtige, beschaduwde plaatsen; C. rapunculus, het rapmizelklokjc of rapouee: bloemkroon roodaehtig blauw, bladen met gegolfden rand, tweejarige plant, vrij algemeen, op droge beschaduwde gronden ; C. latifolia, het breedbladig klokje: stengel kaal, bladen zacht behaard, bloemkroon lichtviolet, kruidachtige overblijvende plant, alleen gevonden bij Maastricht en C. medium, het tuinklokje: zeer groote bloemen, plant, stof behaard, tweejarige plant.

< >