Gepubliceerd op 20-01-2021

Braak (strafrecht)

betekenis & definitie

In het strafrecht alle verbreking, verwringing, vernieling of afneming, omverwerping, wegneming van muren daken, planken, deuren, vensters, sloten, hangsloten of andere stukken of werktuigen, die dienen om den doorgang af te sluiten of te beletten en voorts van alle soort van sluiting in het algemeen. Al naar de braak van binnen naar buiten of van buiten naar binnen geschiedt, wordt gesproken van in- of uitbraak.

< >