Gepubliceerd op 20-01-2021

Boxmeer (gemeente)

betekenis & definitie

Gemeente in Noord-Brab. (arrond. ’s-Hertogenbosch), omgeven door de gemeenten Beugen, Oploo, Sambeek (NoordBrab.) en Bergen (Limb.), ruim 1170 bunder groot, meest diluvisch zand, alleen in het n.o. langs de Maas een strook rivierklei; aldaar en in het midden wordt de grond goed bebouwd; het w. deel der gemeente is door zijn moerassige heidestreken en boschgrond (Brestbosch) minder gunstig voor den landbouw. De gemeente bevat het vlek B. en de buurten Over-Biest en Holsteeg, tezamen met 2413 meest roomsch-kath. inwoners; kiesdistrict Grave; personeele belasting 7de klasse.

B. is de zetel van een kantongerecht (het zesde van het arrondissement ’s-Hertogenbosch), welks rechtsgebied zich uitstrekt over de gemeenten Beers, Bergen, Beugen, Boxmeer, Cuyk, Escharen, Gassel, Gennep, Haps, Linden, Maashees Mill, Oeffelt, Oploo, Ottersum, Sambeek, Vierlingsbeek en Wanroy. Het vlek B. is een wijduitgebouwde plaats, wier middendeel een steedsch en uiteinden een landelijk aanzien hebben; de voorn. gebouwen zijn de St. Petrus-en-Pauluskerk, het raadhuis, het kasteel aan een meer of voormaligen stroomarm, vroeger eene vesting, waar voor de Spanjaarden in 1580 het hoofd stieten en de herv. kerk.

< >