De Garnalenpissebedden. Familie van parasitisch levende schaaldieren, van de orde der Ongesteeldoogigen, EdriojMhalmata s.
Arthrostraca, en van de onderorde der Isopoda-, de soorten dezer groep leven parasitisch in de kieuwholten of aan den buik van verschillende kreeft- en garnalensoorten; zij zijn merkwaardig wegens het verschil tusschen de beide seksen en de aanmerkelijke gedaanteverandering, waaraan de wijfjes onderwor pen zijn. ' ij heide seksen zijn de sprieten zeer kort en ook de monddeelen rudimentair, vooral de beide onderkakenparen; de pooten zijn desgelijks zeer kort en eindigen elk in een groote eindklauw; het laatste paar valsche pooten ontbreekt of heeft de gedaante van ongelede draden; de mannetjes, die steeds zeer klein zijn in vergelijking met de wijfjes, aan wier buikzijde zij vastgeklemd leven, hebben een duidelijk, ongeveer als bij Asellus (zie aldaar) geleed lichaam. De lichaamsgedaante der veel grootere wijfjes ondergaat daarentegen gedurende den groei zulk eene verandering, dat daarin nauwelijke meer een geleed dier te herkennen blijft; het lichaam verbreedt zich aanmerkelijk, wordt schildvormig, de verdeoling in ringen verdwijnt en hetverliest daarbij zijn symmetrie zoozeer, dat eenige der pooten aan de eene zijde des lichaams kunnen blijven bestaan, terwijl zij aan de andere verdwenen zijn. In de eerste jeugd hebben beide seksen dezelfde gedaante, zij komen ter wereld als larven met slechts één paar sprieten en vier paren pooten. Van de tot deze groep, die in verschillende zeeën vertegenwoordigd is, behoorende soorten, zijn de bekendste: bopyrus squillarum, die zich in de kieuwholte van Palaemon-soorten ophoudt; de soorten van het geslacht Phrgxus, die aan don buik van Crangon en BLippolyte vastgekleind leven, Liriope pymnea, die parasitisch loeit op Peltogastcr paguri, zeil' een parasiet van P(igurus,emdeViikHe)nionisvusBalaniv;ierw\iïies de inantelholte van Balanus ovularis bewonen. Een merkwaardige soort is nog de door Muller te Desterro in Brazilië ontdekte Entoniscus porcellanae/ het wijfje is besloten in een vliezigcn zak,gelegen tusschen de le ver,het hart enhet darmkanaal der krabkreeften, Porcellana, en gelijkt in geen enkel opzicht op een geleed dier; de kop heelt aan de oppervlakte windingen als menschelijke hersenen, en vertoont noch oogen, noch kaken, noch sprieten; binnen in dozen oneigenlijken kop bevindt zich de maag van het dier; het overig lichaam is een ongelede buis, met groote vliezige aanhangsels, waarbinnen zich de eieren ontwikkelen; het lichaam eindigt in een soort langen cylinder, die zeer bewegelijk is en waaraan, in eeno uitpuiling aan de rugzijde, het hart is waar te nemen; de larven en de zeer kleine mannetjes komen echter geheel met die der overige soorten dezer familie overeen.
