Gepubliceerd op 20-01-2021

Bohns-lan

betekenis & definitie

De noordelijkste der westprovinciën van Zweden, vormt met het westelijkst deel der provi Westergötland (omgeving van Gothenburg) het Göteborgs- en Bohu3lan, dat de smalle kuststreek aan het Skagerrak, van den Beneden-Götaelf tot aan de Swinesund, omvat; oppervl. 5101 km.2, waaronder 90 km.2 meren; 298.000 inw. De 150 km. lange kuststreek is zeer gebroken, doch levert met haar talrijke eilanden, waaronder Orust en Tjörn de voornaamste zijn, en met haar vele naakte, van allen plantengroei verstoken klippen en scheeren een beeld van eentonige woestheid op;'zij bezit niettemin een aantal zeer goede havens, en de zee is in haar omgeving rijk aan visch, zoodat scheepvaart en visscherij de hoofdmiddelen van bestaan der kustbevolking uitmaken; x>p vele punten aan de kust zijn badplaatsen ontstaan, waaronder enkele drukbezochte als Marstrand, met 1400 inw. en per jaar 2000 badgasten, Lysekil, met 1800 inw. en meer dan 2000 gasten, en Strömstad met 2400 inw.

Meer naar binnen is het land veel vruchtbaarder en levert graan boven behoefte. B. heeft een zeer eigenaardige en belangwekkende bevolking, waaronder een rijke voorraad van oudnoordsche sagen voortleeft. Het landschap behoorde in de middeleeuwen aan Noorwegen; met dit land kwam het in 1380 aan Denemarken, hoewel Zweden er aanspraken op liet gelden; eerst in 1658, bij den vrede van Roeskilde, kwam het aan laatstgenoemd land. Het land draagt zijn naam naar een oudstijds sterke, belangrijke, dikwijls vruchteloos belegerde Noorsche vesting tegen Zweden, Bohus-Slott geheeten, en gelegen op het kleine rotseiland Elfvebacken, in de Götaelf, bij de stad Kongelf; de ruïnen van dezen burcht behooren tot de schoonste van Zweden.

< >