Gepubliceerd op 20-01-2021

Boéthius

betekenis & definitie

geb. te Rome, waarschijnlijk omstreeks 470 n. Chr., leerling van den platonischen wijsgeer Proclus, legde zich met ijver op de grieksche wijsbegeerte en letterkunde toe, won het vertrouwen van Theodorik, koning der Oost-Gothen, en kreeg daarop te Rome allerlei hooge staatsbetrekkingen, waarbij hij zich als staatsman en als wijsgeer grooten roem vervvierf; later wisten de over zijn strenge rechtvaardigheid jegens hem verbitterde aanzienlijken hem bij den in zijn ouderdom zeer achterdochtig geworden koning in verdenking te brengen; hij werd toen eerst naar Pavia verbannen en eenigen tijd aldaar gevangen gehouden, en eindelijk, 524 of 526, ter dood gebracht.

Men veronderstelt dat hij tot het christendom is overgegaan, hoewel het bewijs hiervoor ontbreekt. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij een werk: De consolatione philosophiae, dat in de middeleeuwen zeer gezocht was en in bijna alle talen werd overgezet, benevens mathematische en eerst omstreeks het midden der 19Je eeuw teruggevonden rhetorische geschriften.

< >