Gepubliceerd op 20-01-2021

Boender

betekenis & definitie

Een stuk huishoudgereedschap, bestaande uit een langwerpig stukhout, waarin in geboorde gaten bosjes varkenshaar of daarmee overeenkomende min of meer stevige borstels zijn bevestigd, en dienende om mee te boenen, al schurende met water te reinigen; men heeft ook boenders van saamgebonden bosjes twijgen.

< >