Gepubliceerd op 20-01-2021

Blasphemie

betekenis & definitie

(gr.) Godslastering. Wie God lastert, die belecdigt Hem, — volgens de opvatting der ouden, neergelegd in de 77ste novelle van het Corpus juris — prikkelt Hem tot toorn, is daardoor de oorzaak van allerlei plagen, van hongersnood, aardbevingen, pestilentiën ; om den toorn af te wenden moest de godslasteraar gestraft worden.

De wetgever dor beschaafde wereld heeft het standpunt dat een beleediging van oen bovenaardsch wezen in het algemeen door aardsche middelen gewroken en verzoend moet worden, geheel verlaten ; die van vele landen neemt echter aan, dat in een godslastering een kwretsen van anderer godsdienstige gevoelens gelegen kan zijn, en bedreigt op dien grond straf tegen B in het openbaar, on tegen B. met het kennelijk doel om te ergeren, enz. Een poging in Nederland op het einde der 19de eeuw van anti-revolutionaire zijde gedaan om godslastering, vloeken enz. strafbaar te stellen, mislukte.Onder B., verstaat men in het algemeen elk gesproken of geschreven woord, dat het wezen der godheid zelf of de heilige personen en zaken belcedigt, aanrandt; liet ontkennen van Gods volmaaktheid in een zijner deugden gold reeds oudtijds als een zware B., evenals het toekennen van een onvolmaaktheid aan God. Er is onderscheid tusschen godslastering en heiligschennis; godslastering geschiedt door woorden, heiligschennis door daden.

< >