De vierde stad van Engeland, gelegen in het n w. van het graafschap Warwick, 180 km. van Londen, onder 52° 59' N.B en 1° 18' W.L. van Gr., 137 meter boven het vlak der zee, aan de hellingen van een heuvelreeks. Zij telde in 1700: 15,000, in 1801: 73,670, in 1900: ruim 515,000, met de voorsteden Harborne (45,000 inw.), Handsworth (36,000), Moseley, Yardley, enz.
B. is geheel een fabrieksstad en maakt als zoodanig geen aangenamen indruk; des nachts schijnt zij van uit do verte als in brand te staan; gedurende het laatste 25-tal jaren der 19le eeuw zijn in het inwendige der stad echter geheele wijken, vroeger ware doolhoven van nauwe donkere stegen, met bouwvallige onbewoonbare huizen, opgekocht en afgebroken, en in de plaats verrezen groote en grootsche bouwwerken. De fraaiste punten der stad zijn de omgeving van New Street, Corporation Street en Colmore Row; in Edgbaston, het westeinde der stad, liggen de villa’s der fabriekkoningen; de arbeidersbevolking woont deels in de oude, ongezonde gedeelten der stad, deels in een buitenwijk, de Peripherie geheeten, bestaande uit lange reeksen 1-gezins-woonhuizen, elk met een stukje grond, hetgeen de groote uitgebreidheid der bebouwde oppervlakte van B., ruim 8500 acres, verklaart. Alle openbare gebouwen dezer stad zijn van jongen datum, als het prachtige stadhuis, voltooid in 1850, met 8 Corinthische zuilen in het front en 13 idem ter weerskanten, geheel een navolging van den tempel van Jupiter Stator te Rome, het Council House (1878) met een belangrijke verzameling schilderijen en wapenen, do markthal, de beurs en de reusachtige Bingley Hall voor tentoonstellingen, meetings, enz. Onder het honderdtal kerken van alle gezindten, waaronder 42 van de ChurchofEngland, zijn de Saint-Martinskerk en der.-kath. kathedraal de grootste. Onder de inrichtingen van onderwijs neemt, het in 1865 voltooide B. and Midland Institute, met een natuurhistorisch en een industrieel museum, de eerste plaats in; voorts moeten genoemd het Queens College, onderdeel der Londensche hopgeschool, met twee faculteiten (medicijnen en theologie), de polytechnische school, het seminarie der Independenten (Springhill-College), het seminarie voor r -kath. priesters en het atheneum. Er zijn 4 groote schouwburgen; groot is het aantal standbeelden en gedenkteekenen: Nelson, koningin Victoria, prins gemaal, Rowland Hill, Priestley, Watt, J.
Mason, Sturge, de Chamberlain-bronnen, de Burnaby-obelisk, enz. B. wordt bestuurd door een mayor met 16 aldermen, 48 gemeenteraadsleden en een recorder, en wordt verdeeld in 16 wards; B. is zetel eens bisschops; het vaardigt 7 leden naar het parlement af; in de politiek wordt B. veelal „stad van CS.amberlain“ geheeten. B. is hoofdzetel der engelsche metaal-industrie en een der eerste fabriekssteden der wereld — goud- en zilverwaren, vingerhoeden, spelden en naalden, stalen pennen (Perry, per jaar 1000 millioen), lampen, en alle denkbare soorten galanterie-artikelen, voorts fabrieken van papiermachéwaren, geweren, chemicaliën, enz. enz.; ook is er een rijksmunt, de eenige in het vereenigd koninkrijk waar bronzen munten worden geslagen. B. is bovendien een handelsstad van den eersten rang; het exporteert naar alle oorden der wereld.Het Worcester en het Birmingham-kanaal stellen B. in verbinding met het uitgebreide engelsche kanaalstelsel. Acht spoorlijnen stellen de gemeenschap met de groote engelsche bevolkingscentra daar; aan het Centraalstation komen de lijnen der London-NorthWestern en der Midland Railway en aan het Snow-Hill-Station die der Great Western aan.
B. wordt reeds in den tijd der eerste Normandische koningen als Bermingeha vermeld. In 1643 werd het door prins Rupert ten deele verwoest, omdat het wapens had geleverd aan het leger der parlementairen. Onder Karel II verhief de stad zich snel; van B. ging later de volmaking der machinerie uit (James Watt, Boulton) en de steenkool- en ijzerrijkdonimen der omgeving brachten het hunne bij tot de snelle opkomst dezer stad, thans het bolwerk der radikale partij en der Trade-Unions.