Gepubliceerd op 28-02-2021

Bavius antonius nauta

betekenis & definitie

letterkundige, geb, 24 April 1800 te Leeuwarden, behaalde in 1819 de gouden medaille bij de letterkundige faculteit aan de Utreehtsche academie op zijn Commentatio de perfecto oratore e sententie, Ciceronis (Utrecht 1820, en in de „Annales” van dat jaar), en twee jaren later werd zijn prijsverhandeling de T. Coelio Antipatro, historico belli Punici II, door de letterkundige faculteit te Leiden insgelijks met goud bekroond.

In 1826 verscheen van hem een Schets van de geschiedenis der Latijnsche dichtkunst in Nederland, getrokken uit de te Brussel met goud bekroonde latijnsche prijsverhandeling van den hoogleeraar Peerlkamp; in 1828 voltooide hij het tweede deel zijner uitgave van Seneea’s boek De proridentia, en in het volgende jaar bezorgde hij een herdruk van Plato’s Phaedon, naar de uitgave van Wyttenbach. Hij overl. te Leiden 2 Juli 1835.

< >