Tweede stad van Spanje, hoofdplaats van Catalonië en van de prov. B., vesting-, haven-, handels- en fabriekstad van den eersten rang ; zij ligt onder 41° 22' N.B. en 2° 11' O.L. v.Gr., ‘per spoor 166 km. van
de fransche grens, en 101 km. van Tarragona, tusschen de monding van de Llobregrat en de Besos, aan de kust van de Middell. zee, die hier met een vooruitspringend schiereiland een ruime havenbocht vormt, en in een door een heuvelketen ingesloten vlakte, aan den voet van een bijna 200 meter hoogen heuvel, welke heuvel door het voor onneembaar gehouden fort Montjuich (Mons Jovis) wordt gekroond. 272.000 inw.; met de voorsteden Gracia, San Martin de Provensals, San Andrés, Barceloneta enz. 420.000 inw.
Na Madrid en Cadix is B. de schoonste stad van Spanje; zij heeft geheel een modern aanzien; de binnenstad is regelmatig gebouwd en heeft huizen van vier tot vijf verdiepingen, meest elke verdieping met een balcon; een goede bestrating en verlichting. De Rambla, een 1½ km. lange, breede boulevard, die op het Plaza (plein) de la Paz met het gedenkteeken van Columbus aanvangt en op het Plaza de Cataluna eindigt, deelt de stad van zuid naar noord in twee ongelijke wijken, La Ribera en Arrabal, geheeten, de eerste 3 rechts, aan de zeezijde, de andere links. Op het Plaza de Cataluna loopen een aantal nieuwe, met rijen platanen beplante straten uit, en begint ook de prachtige 2 km. lange Paseo de Gracia, welke naar de voorstad Gracia (met 36000 inw.) voert. Fraaie punten leveren nog het Stadspark, waarin in 1888 een industrie-tentoonstelling gehouden werd, en de Calle de Fernando, welke straat van de Rambla oostwaarts loopt. De belangrijkste gebouwen van B. zijn de in goth. stijl opgetrokken kathedraal La Seu (13e eeuw,), ruim voorzien van kunstschatten; de nog oudere met moorsch beeldhouwwerk versierde kerk Santa Maria del Mar, het paleis der oude graven ran B., de Beurs (Lonja), enz. De sinds 1752 ontstane voorstad Barceloneta ligt op het in het noordelijk deel breede en zich naar het zuiden versmallende schiereiland, hetwelk de haven van B. vormt; deze voorstad heeft elkaar rechthoekig snijdende straten, vele pakhuizen en magazijnen, een schoone kerk, en wordt voornamelijk [door zeelieden, visschers, bootwerkers enz. bewoond.
B. is de zetel van den kapitein-generaal van Catalonië, van een bisschop, van een Nederl. consulair ambtenaar (voor Catalonië en Aragon); er zijn meer dan 100 kerken, 18 nonnen- en 28 monnikenkloosters, een circus voor stierengevechten, meerdere theaters enz. Na Madrid bezit B van alle spaansche steden de meeste inrichtingen van onderwijs; er zijn een in 1596 door Philips II opgerichte hoogeschool met 4 faculteiten, een plantentuin, een handelsschool, een kweekschool voor de zeevaart, een seminarie enz., en twee groote bibliotheken, de Biblioteca^ de San Juan met 41.000, en de bisschoppelijke bibl. met 15.000 banden. B. is het middelpunt van de beduidende industrie der gelijkn. provincie, en van geheel Catalonië (katoenbewerking, zijdeweverijen, machinefabrieken, ijzergieterijen, papier- glas, aardewerk-, zeepfabrieken, bereiding van chemische preparaten enz.). Reeds in de middeleeuwen was B. de hoofdzetel van den handel der Middell. zee; in 1258 vaardigde Jaime el Conquistador van hier het Consulado del Mar, het oudstbekende beschreven wetbrek van bandel en zeerecht uit (vergelijk Capmany, Memorias historicas sobre la *marina, cornercio y artes de Barcelona, 4 dln. Madrid, 1792, en Codigo de las costumbres maritimas de Barcelona, 2 dln., 1728), dat weldra door alle zeevarende europeesche volken werd erkend.
De stad Barcino, eene stichting der Phoeniciërs, als romeinsche kolonie Colonia Faventia Julia, en Augusta Pia Barcino, geheeten, komt reeds in de vierde eeuw v.Chr., onder den naam van Barcelona voor; zij werd in 415 door de Westgothen onder Athaulf veroverd en viel in de 8ste eeuw in handen der Arabieren, aan welke ze in 801 door Lodewijk den Vrome weer werd ontnomen, waarop ze in 874 in de macht der frankische graven kwam en zich krachtig ontwikkelde ; in 985 werd zij weer door de Arabieren veroverd; na door graaf de Borrell I heroverd te zijn kreeg zij vele privilegiën en bloeide snel op. In de 12de eeuw werd zij met Aragon vereenigd. De ontdekkingen der 15de en 16de eeuw dreigden haar met verval; later verloor zij, tengevolge van allerlei opstanden en haar houding in den Spaanschen successie-oorlog al hare fueros of voorrechten. De Franschen hielden haar van 1808 tot 1813 bezet. Sinds hadden nog herhaaldelijk oproeren en wanordelijkheden plaats; in 1842 werd zij door Espastero gebombardeerd. In 1874 zetten de federalisten hier een beweging op touw die echter weldra met kracht onderdrukt werd. In het laatste gedeelte der 19de eeuw hadden te B. enkele anarchistische aanslagen plaats.