Balsamineeën

betekenis & definitie

Plantenfamilie van de groep der Zaadplanten, Phanerogamen, van de afdeeling der Bedektzadigen, Amgoispermen, van de klasse der tweezaadlobbigen, Dicotylcdonen, en van de onderklasse der Choripetalcn; zij omvat omstr. 130, meest in de gematigde zone der oude wereld en in de tropen van Azië voorkomende soorten, meest éénjarige kruiden, met een knoopigen stengel, en enkelvoudige bladen, zonder steunblaadjes; bloemen onregelmatig, gestoeld, ten getale van één of meer in de oksels der bladen gezeten; kelk meest 5-bladig, gekleurd, afvallend; zijdeliiigsche kelkbladen dikwijls klein; achterste kelkblad, het kleinste, uitloopende in een spoor ; bloemkroon 5-bladig, op den bloembodem ingeplant, 5 meeldraden, met de hetmknopjes aan elkander verbonden; vruchtbeginsel vrij, 5-hokkig, met verscheidene eitjes ; 5 stempels; zaaddoos in rijpen toestand 1-hokkig, met 5 kleppen openspringende ; zaden zonder kiemwit, met een rechte kiem; vrucht een openspringende doosvrucht. Geslachten: Impatiens L., Balsamina Riv.