Een der grootste zoetwatermeren der aarde, naast het Aralmeer en de Kaspische zee het grootste binnenmeer van Azië en van het Russische rijk; het is gelegen in het zuidelijk deel van Oost-Siberië, in het gouv. Irkoetsk, tusschen 51° 28' tot 55° 35' N B. en 103° 44' en tot 110° 40' O.L. v Gr., 623 km. lang, grootste breedte 82 km., kleinste 15 km.; het bedekt een oppervl. van 34179 Q km. en heeft een omvang van 1578 km.
Het strekt zich uit van het z.w. naar het n.o. ligt 470 m. boven het vlak der zee. Het bevat slechts weinige eilanden, waarvan Olchon (625 Q km.) het grootste is; het water is heldergroen en zoet; in de maand Juli heeft het op een diepte van 4 m. een temp. van 5° C.; in het voorjaar stijgt het water tengevolge van den rijkeren watertoevoer van de rivieren 2 meter. De diepte is gemiddeld 250 m., op enkele punten bij het ver vooruitstekend schiereiland Swjatoj Noss 1350 m. Een bepaalde strooming is nog niet waargenomen; deze regelt zich geheel naar de winden. Het meer is door woeste, onbewoonde, vulkanische, hier en daar dicht met wouden bezette gebergten omgeven, die op vele plaatsen ongenaakbare kapen en voorgebergten vormen en niet minder dan 336 grootere en kleinere rivieren afzenden, waaronder slechts de Angara, de Selenga en de Bargusin bevaarbaar zijn. De oevers zijn rijk aan warme bronnen.
Behalve een groote menigte andere viscbsoorten leven in het Baikalmeer vijf zalmsoorten, die door de Jenissei en de Angara het meer bereiken. De fauna van het meer wordt verder gekenmerkt door een grondelsoort, Comcphorus baicalenshs, en een zeehondsoort, Calloeephalus Cuv. Van einde Dec. tot midden April is de oppervl met een ijsvloer van 1 tot D/o m. bedekt.
