Gepubliceerd op 19-01-2021

Bahama-eilanden

betekenis & definitie

of Lucayos-eilanden. Aan Engeland behoorende eilandengroep in den Atl.

Oceaan, n.o.‘van Cuba, z.o. van Florida; zij strekken zich uit van het n.w. tot z.o. over een lengte van 1100 k.m. en bestaan uit de boven water uitstekende deelen van een reeks koraalriffen en zandbanken, waartusschen de vaart zeer gevaarlijk is; men telt 29 grootere, 661 kleinere en 2387 klippen, behalve een groot aantal onzichtbare klippen en riffen. Naar de banken en riffen waarop zij rusten onderscheiden de B. zich in een aantal natuurlijke groepen, waarvan de noordelijkste die der Kleine Bahamabank (14000 km2, groot) is; de beide grootste hiervan zijn Groot-Bahama, 1542 km2., en GrootAbaco of Lucya (met Klein-Abaco) 2313 km2, groot. Zuidelijk van deze groep ligt die der Groote-Bahamabank (96000 km2l groot), met Andros of Saint-Andreros, (3524 km2.) de beide Heilige Geest-eilanden (1100 en 440 km2.), Nieuw-Providence (met de hoofdstad groep, Nassau), Eleuthera, Great Exuma, Long Island of Yuma, Klein-Salvador en CatIsland. Oostelijk en z.o. hiervan Rum Cay en Watlings-eiland (San Salvador, de eerste ontdekking van Columbus, 12 Oct. 1492). De z.o. voortzetting der groep bestaat uit een reeks kleinere groepen: Acklin, de Crookedeilanden,' Mariguana, Groot- en Klein-Inagua, de Caïcos-eilanden en de Turks-eilanden; verder z.o. bevinden zich nog drie banken: Mouchoir-Carrébank, Zilverbank en Navidadbank, de laatste 20—40 m. beneden den zeespiegel. De geheele groep telt een bevolk, v. 50.000 zielen; het klimaat is er gezond, de bodem vruchtbaar en geschikt zoowel voor europeesche als tropische gewassen; drinkwater is echter nergens voldoende voorhanden.

In 1629 vestigden de Engelschen hun eerste kolonie op deze groep, die hun herhaaldelijk door de Franschen en de Spanjaarden werd ontnomen, doch hun ten slotte in 1783 definitief werd afgestaan. Zij wordt bestuurd door een gouverneur, bijgestaan door twee Kamers. Zie ook Antillen.

< >