(port. Ilhas Açores, fr.
Açores, duitsch Azoren, Westinseln, eng. Azores, Western-lslands) of Terceira-, Vlaamsche of West-eilanden. Eilandengroep in den Atl. Oceaan, vormende eene provincie (geen koloniale bezitting) van het koninkrijk Portugal, 1700 km. van het vasteland, tusschen 37-40° N.B. en 25-31° 16' W.L. van Gr. gelegen, soms tot Afrika, soms tot Europa gerekend; 2388 Q km., 270.000 inw., meest vanportug. afkomst, voorts negers, mulatten, engelschen, schotten en ieren. De*A. bestaan uit 9 eik, over een lengte van 650 km. van het o.z.o. naar het w.n.w. gericht, en door tusschenruimten van omstr. 190 km. in drie kleinere groepen gesplitst : 1) de oostelijke groep, met San Miguel, het grootste, dichtst bevolkte en belangrijkste der geheele groep, 777 Q km. groot ; Santa Maria, 97 Q km., en noordoostelijk hiervan de 45 □ km. groote bank Las Fermigas en een aantal rotsen ; 2) Middengroep : Pico, 447 □ km., Terceira, 421 Q km. San Jorge, 244 Q km., Fayal, 179 □ km., Graciosa, 63 Q km, en 3) de westelijke groep met Flores, 141 U] km en Corvo, 19 Q km. Administratief wordt de groep verdeeld in de 3 naar hunne hoofdsteden genoemde districten: Angra do Heroismo, Horta en Ponta Delgada. De A. zijn van een vulkanische natuur en allen zeer bergachtig en gebroken; onder de vulkaankegels is de Pico-Alto, op Pico, de grootste, n.l. 2320 meter; vlakten zijn uiterst zeldzaam; sinds 1444 zijn de A. 21 maal door aardbevingen en groote uitbarstingen geteisterd geworden, voornamelijk San Miguel en San Jorge, terwijl Sta Maria, Graciosa, Flores en Corvo geheel bevrijd bleven. Meermalen ontstonden tengevolge van onderzeesche uitbarstingen in de nabijheid der groep kleine eilandjes, die echter allen spoedig verdwenen, gelijk bet eiland Sabrina, dat in 1811 ontstond en 80 m. boven de zee uitstak, doch in hetzelfde jaar weer verdween. De A. genieten een goede besproeiing; zij zijn rijk aan minerale bronnen met werkzame eigenschappen, vooral Terceira, San Miguel, Pico en Flores. Het klimaat is mild, vochtig en gezond; ’s winters zware stormen uit het n.w. en w.; laagste temp. in Jan. 7 2/9 ° C., hoogste in Juli: 30° C.; op de bergen valt soms sneeuw. De flora telt hier 40 eigendommelijke plantsoorten; Dicksonia culcita L’Herit. bereikt een hoogte van 2 m.; voorts gedijen hier alle gewassen van Portugal; op San Miguel wordt de ananas veel gekweekt. Het hier geteelde slachtvee is voortreffelijk; de paarden zijn klein en slechts voor lichten arbeid bruikbaar; op Corvo wordt een klein soort koe gevonden, die slechts 1 m. hoog wordt; alle op A. aangetroffen zoogdieren (uitgezonderd een vleermuissoort), zelfs de schadelijke als ratten, muizen, wezels, enz. zijn van elders overgekomen; de 42 hier broedende vogelsoorten hebben allen in Europa naverwante vormen; slechts een vinksoort is tot de A. beperkt; inheemsche reptielen ontbreken geheel; onder de insecten zijn een noord-amerik. vlinder en drie zuid-amerik. kevers opgemerkt.
Dat de A. reeds door de Carthagers zijn bezocht geworden, schijnt uit op Corvo gevonden, punische munten te blijken: met zekerheid kan worden aangenomen dat de A. aan Noormannen en Arabieren bekend waren. Eerst na het inbezitnemen der groep door Portugal werden zij nader onderzocht. Cabral ontdekte in 1432 Sta Maria; in 1444 werd San Miguel, in 1449 werden Terceira, San Jorge, Fayal, enz. ontdekt. In 1453 eerst Graciosa. Allen waren bij hun ontdekking onbewoond, rijk aan wouden en vogels. Een koopman uit Brugge, Yanderborg, zou de A. reeds in 1439 bezocht hebben en er den naam van Ylaamsche eilanden aan hebben gegeven; waarschijnlijker is het dat zij dezen naam ontvingen doordat er zich op het einde der 15de eeuw, nadat Alfonso V van Portugal ze aan zijn tante Isabella, hertogin van Bourgondië (de moeder van Karel den Stoute), had afgestaan, vele Vlamingen vestigden.
Na den dood van Isabella kwam Fayal enz. weer aan Portugal, waarmee zij van 1580 tot 1640 onder spaansche heerschappij stonden. In 1832 ging van hier de beweging van Don Miguel uit.
