geb. 23 Aug. 1852 te Londen, studeerde te Oxford in philosophie, geschiedenis en staathuishoudkunde en werd 1878 tutor aan het Balliot-College aldaar. Hij overl. 9 Maart 1883.
Bezield met het verlangen iets bij te dragen tot de stoffelijke en zedelijke verheffing der onderste volksklassen, bracht hij zijn vacanties geregeld door in de achterbuurten van het Oostend van Londen, de armen met raad en daad behulpzaam zijnde, tevens trachtende hun eenige kennis bij te brengen en opvoedend op hen in te werken. Hij koesterde de meening, dat de tegenstellingen in de maatschappij kunnen worden verzacht door meerder gezellig verkeer tusschen de hoogere en lagere standen, en zocht vooral de studenten in zijn omgeving voor dit denkbeeld te winnen. Zijn hoofdwerk: Industrieel revolution (4de dr. 1894) werd uitgegeven door zijn weduwe. In ruimeren kring is hij vooral bekend geworden door de Toynbee Club, na zijn dood door zijn vrienden in het Oostend van Londen opgericht, als een begin van uitvoering van zijn denkbeelden. Gelijksoortige vereenigingen komen thans in alle landen voor. Zie ook Toynbee-werk.
