Fransch agitator, geb. te La Pointe-à-Pitre, (Guadeloupe), 18 Sept. 1809 ; omstr. 1830 kwam hij naar Parijs en nam sinds aan alle handelingen der republikeinsche partij deel. Wegens deelname aan de beweging van April 1834 werd hij eenige maanden gevangen gehouden; in 1836 zag hij zich wegens het in ’t geheim fabriceeren van buskruit tot een jaar gevangenis veroordeeld;' in vrijheid gesteld richtte hij met Blanqui en Bernard de Socie'te'des droits de Vhomme op; bij den opstand in Mei 1839 werd hij bewusteloos aan den voet eener barricade gevonden, gevangen genomen en ter dood veroordeeld; door zijn houding voor de rechtbank, waarbij hij de geheel verantwoordelijkheid van den opstand op zich zocht te nemen had hij de sympathie van geheel Parijs ver worven; 3000 Parijsche studenten zonden een petitie om begenadiging voor hem in, allerlei partijen hielden manifestation voor hetzelfde doel ; Victor Hugo richtte een smeekgedicht aan Louis-Philippe en B. werd begenadigd en tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.
De twee dagen die hij als ter dood veroordeelde in de gevangenis doorbracht, beschreef hij in zijn brochure: Deux jours de condamnation a mort. De revolutie van 1848 hergaf hem de vrijheid, waarop hij naar Parijs ging, president den revol. club en afgevaardigde der wetgevende vergadering werd, deelnam aan den aanslag tegen de représentation nationale en opnieuw tot levenslange gevangenis veroordeeld werd. In 1854 schonk Napoleon hem gratie, naar aanleiding van een op het oogenblik van het uitbreken van den Krimoorlog aan een vriend gericht vurig patriotisch schrijven. Hij vestigde zich eerst te Brussel en voorts te Den Haag, waar hij 26 Juni 1870 stierf.