Gepubliceerd op 19-01-2021

Arenberg

betekenis & definitie

of Aremberg. Oud duitsch geslacht, benoemd naar het gelijknamig stamslot bij het dorp Arenberg, district Adenau der pruisische Rijnprovincie.

In 1280 stierf het geslacht in de mannelijke linie uit; de bezittingen kwamen, door het huwelijk van de overblijvende erfdochter Mettildis met graaf Engelbert II, zoon van graaf Eberhard, aan het gravengeslacht Van der Mark, waarvan de afstammelingen in 1459 in den rijksgravenstand werden verheven; ook dit tweede huis stierf uit en de overblijvende erfdochter bracht in 1547 naam, titel en bezittingen mee ten huwelijk aan Jan de Ligne, geb. 1525, die voorts als graaf Arenberg een rol heeft gespeeld in de beweging in Nederland ter losmaking van Spanje ; hij werd in 1549 stadhouder van Friesland, Overijsel en Groningen, en weigerde in het verbond der edelen te treden ; met den graaf van Megen werd hij door landvoogdes Margaretha tot bevelhebber over ’t leger benoemd en hield als zoodanig geheel de Spaansche zijde; later werd hij door Alba naar Frankrijk gezonden, teneinde de Hugenoten te keeren; aanvang 1568 keerde hij naar de Nederlanden terug en sneuvelde in dat jaar in den slag bij Heiligerlee tegen graaf Lodewijk van Nassau.Zijn zoon, Karel, vereenigde door zijn huwelijk met Anna van Croy het hertogdom Aerschot, het vorstendom Chimay, het graafschap Beaumont en meerdere steden en heerlijkheden met de bezittingen van het geslacht Arenberg; hij verkreeg 5 Maart 1576 van keizer Maximiliaan II van Duitschland de waardigheid van rijksvorst, in 1582 een zetel en een stem in den rijksdag, werd 13 Jan. 1612 tot hertog van Aerschot en Chimay en tot grande eerste klasse van Spanje verheven en stierf 1616.

Antonius van Arenberg, zoon des vorigén, geb. 1593, werd 4 Maart 1616 Kapucijnermonnik en onderscheidde zich gedurende veertig jaren in verschillende bedieningen. Hij schreef o.a. Flores seraphici.

Philip Frans van A., kleinzoon van Karel hertog van Croy, verkreeg van keizer Ferdinand III van Duitschland, 9 Juni 1645 den titel van hertog van Arenberg; hij werd opgevolgd door zijn jongeren broeder, Karel Eugenius. Diens achterklein- zoon, Engelbertus Lodewijk van Arenberg, geb. 3 Juli 1750 verloor bij den vrede van Lunéville zijne onmiddelbare bezittingen aan de linkerzijde van den Rijn, te zamen ruim 400 km2 met 15.000 bewoners; hij verkreeg daarvoor in 1803 bij wijze van schadeloosstelling het ambt Meppen in Oost-Friesland en het graafschap Recklinghausen in Westfalen; van zijn gemalin, Louise van Lauraguais, dochter van den hertog van Brancas, erfde hij in 1812 de bezittingen van het huis Chalons in Hoog-Bourgondie en stierf, blind, te Brussel, 7 Maart 1820; reeds in 1803 had hij het bestuur der goederen van het geslacht A. afgestaan aan zijn oudsten zoon, Prosper Lodewijk, geb. 28 April 1785; deze sloot zich in 1806 bij het Rijnverbond aan, en trad in 180S in het huwelijk met eene door Napoleon tot prinses verheven nicht van keizerin Josephine, Stephanie de la Pagerie geheeten; niettemin werd zijn gebied -hem 13 Dec. 1810 ontnomen en werd hij van zijn souvereiniteit ontheven verklaard; zijn gebied werd deels bij Frankrijk, deels bij Berg ingelijfd; eerst in 1813 werd hij voor dit alles door een rente van 240800 francs schadeloos gesteld. Bij de vrede van 1815 kreeg hij. zijn bezittingen als titelheerlijkheden terug; Meppen kwam onder souvereiniteit van Hannover, Recklinghausen onder Pruisen; hij stierf 27 Febr. 1861, zijn titels nalatende aan zijn zoon, hertog Engelbertus August Anton, geb. 11 Mei 1824, overl. op het landgoed Heverle bij Leuven in België, 28 Maart 1875; als vertegenwoordiger der hertogelijke familie werd hij opgevolgd door zijn oudsten zoon, Engelbertus Prosper Ernst, geb. 10 Aug. 1872.

< >