of Archidamus. Vijf koningen van Sparta van de dynastie der Procliden, droegen dezen naam:
Archidamos I regeerde in de 7de eeuw v. Chr.,. ten tijde van den tweeden Messenischen oorlog.
Archidamos II, regeerde van 468—427 v. Chr.; gedurende zijn bestuur werd Sparta door zware rampen geteisterd. In 465 werd de stad door eene aardbeving verwoest; gelijktijdig stonden de Messeniërs op en met hen de Heloten, die den derden Messenischen oorlog verwekten en zich in de bergvesting Ithome 10 jaren lang verdedigden. Bij het uitbreken van den Peloponnesischen oorlog sprak hij, hoewel tevergeefs, voor den vrede, en moest in 431 v. Chr. een groot leger van Spartanen en Peloponnesiërs naar Attica voeren, waar hij de grensvesting Decelia bezette. Ook in dé drie volgende veldtochten had hij het bevel over het leger, tot in 428.
Archidamos III, zoon van Agesilaus en kleinzoon van den vorige, overwon in 367 de Arcadiërs en Argivers, werd in 364 door de eersten verslagen, verdedigde vervolgens zijn vaderstad (362) tegen een aanval van Epaminondas en sneuvelde in ’t jaar 338 (3 Aug., den dag van den slag bij Chaeronea) in Italië, waar hij de Tarentijnen te hulp was gekomen, in een gevecht met de Lucaniërs.
Archidamos IV, kleinzoon des vorigen; hij voerde oorlog met Demetrius Poliorcétes, zoon van Antigonus, en werd voor de poorten van Sparta overwonnen (296 v. Chr.);
Archidamos V, kleinzoon des vorigen; hij schaarde zich aan de zijde van koning Cleomenes in den strijd tegen de overmachtige ephoren, doch werd vermoord, kort nadat hij uit zijne ballingschap terug was gekeerd, waarin hij zich, uit vrees voor de moordenaars zijns broeders koning Agis III, begeven had.