spaansch staatsman, geb. 1539 in Aragon, genoot als staatssecretaris langen tijd het vertrouwen van Philips II. Een onverwachte verwikkeling werd de aanleiding tot zijn val.
Don Juan d’Austria had zijn vertrouweling Juan de Escovedo naar Spanje gezonden, om voor zijn onderneming tegen Engeland te werken. De koning, die ten slotte de intriges van Don Juan niet anders wist te beantwoorden dan door den onderhandelaar uit den weg te laten ruimen, belastte in het geheim Antonio P., den moord 31 Maart 1578 te laten voltrekken. De familie van Escovedo duidde weldra P. als den moordenaar aan en ook diens overige tegenstanders maakten van dit voorval gebruik om zijn val te bewerken. In Juli 1579 werd P. gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Het gelukte P. echter, naar Aragon te vluchten, waar hij in zijn vaderstad Saragossa door het gerecht beschermd werd, totdat de Justicia major hem in Mei 1591 aan de inquisitie overleverde; maar een opstand van het volk dwong haar, den gevangene weer uit te leveren. Van toen af was de zaak van P. één geworden met de privileges, waarvoor de Aragoneezen zoo hartstochtelijk streden.
Daarop viel Philips II met een legermacht Aragon binnen, overmeesterde het op het eind van 1591, hief de oude privileges op en liet de voornaamste mannen terechtstellen. P. ontvluchtte echter en werd te Parijs en te Londen eervol opgenomen, terwijl hij in Spanje als ketter veroordeeld, zijn bezittingen verbeurd verklaard en over zijn familie de infamie uitgesproken werd. Jarenlang verbleef hij in Engeland, keerde vervolgens 1595 naar Frankrijk terug en overleed in volkomen armoede te Parijs, 3 Nov. 1611. Hij heeft belangwekkende notities (Belaeiones, voor ’t eerst uitgeg. 1594) nagelaten.
