Gepubliceerd op 18-03-2021

Antoinette sohns

betekenis & definitie

nederl. zangeres (mez. sopr.) en operettediva, geboren te Batavia 1877, studeerde aan de academie voor muziek en ontving lessen van C. van Zanten, debuteerde 2 Sept. 1897 bij de Ked. Opera als „Stephano” (Roméo en Julia), en verwierf daarmede luide toejuichingen; was van meet af aan de lieveling van het publiek.

Ging in 1899 naar „Het Amsterd. Lyrisch Tooneel” over en was steeds een sieraad van dat gezelschap, zoowel in de opera (Susanna, bijv. in de „Tooverfluit”) als in de operette. Was later (na den val van ’t A. L. T.) verbonden aan de opera te Antwerpen, zong in het „Rembrandt-Theater” enz. en treedt thans op (Aug. 1905) als operettediva in „Seinpast” te Scheveningen.

< >