(graaf) fr. geschiedschrijver en staatsman, geb. 23 Maart 1765 te Poitiers; bij het uitbreken der fransche revolutie, waarbij1 hij zich vurig aansloot, advocaat in zijn vaderstad; in de conventie behoorde hij tot de bergpartij en werd 21 febr. 1796 president van den raad der vijfhonderd; door het directoire 4 Sept. 1797 op de deportatielijst geplaatst, bewerkten zijn vrienden echter zijn rehabilitatie. Vervolgens werd hij' prefect van Bordeaux en werd 1808 tot graaf en prefect van het départ, der Bouches-du-Rhône benoemd, welk ambt hem door de restauratie ontnomen werd; tijdens de Honderd dagen werd hij lid van de kamer der pairs, na de tweede restauratie als koningsmoorder verbannen en na den staatsgreep van 2 Dec. 1851 tot senator benoemd; hij* overl. 1 Maart 1854.
Van zijn werken dienen genoemd : Mémoires sur la Convention et Ie Directoire (2 dln., 1824), Mémoires sur Ie Consulat, 1799—1804 (Parijs 1827), Histoire générale de Napoléon Bonaparte (5 dln., 1828), Le Consulat et VEmpire (10 dln., 1835). Na zijn dood verscheen: Ma biographie, mes mémoires 1765—92 (Parijs 1875).
