Gepubliceerd op 19-01-2021

Antiope (mythologie)

betekenis & definitie

1. of Hippolyte, koningin der Amazonen, door Hercules in vereeniging met Theseus overwonnen en geschaakt; zij werd daarop de vrouw van Theseus en schonk hem Hippolytus.

2. Dochter van den riviergod Asopus; of van koning Nykteus van Thebe en Polyxo; door Zeus werd zij toen zij zich eens onvoorzichtig in een boseh te slapen had gelegd, verkracht; beducht voor den toorn haars vaders, maakte zij zich uit de voeten, en werd later gemalin van koning Epopeus van Sikyon. Antiope’s vader droeg op zijn sterfbed zijn broeder Lykos op zijn onteerde dochter te straffen en tevens Epopeus, haar gemaal; Epopeus werd vermoord en Antiope gevankelijk meegevoerd; onderweg bracht zij de tweelingbroeders Amphion en Zethus ter wereld, die zij op den Citheron achterliet; tijdens hare gevangenschap werd zij door Dirce, echtgenoöte van haar oom Lykos, op gruwzame wijze mishandeld; het gelukte haar te ontvluchten en hare zonen op te sporen (zie Amphion), die vervolgens op Dirce een vreeselijke wraakoefening volbrachten (zie Farnesische stier); Bacchus, hierover vertoornd, sloeg Antiope met waanzin, waarvan zij door Phokos, die haar tot vrouw nam, werd genezen.

< >