Hoofdstad van het fransche departement Haute-Savoie (Opper-Savoie) en van het arrondissement Annecy, aan het noordeinde van het gelijknamig meer, 36 km. z. van Genève, 619 km. van Parijs, aan de spoorlijnen Annemasse-Annecy (55 km.) en AixAnnecy (40 km.), aan den voet van een berg behoorende tot den Semnozketen, 446 m. boven zeevlak, in eene vruchtbare door de Fier besproeide streek; rechtbank van aanleg, bibliotheek, een in 1523 gebouwde kathedraal, een oud en een nieuw bisschoppelijk paleis, een oud kasteel, thans ingericht tot kazerne, raadhuis met archeologisch en technologisch museum. De stad wordt door drie grachten, welke het water van het Annecy-meer naar de Fier voeren, doorsneden ; de straten zijn bochtig en nauw.
Hoogstwaarschijnlijk dankt A. zijn bestaan aan een daar ter plaatse gebouwden gallo-romeinschen burcht; in de 10de eeuw was A. de residentie der graven van Genève ; in de 15de eeuw maakte de stad deel uit van het hertogdom Savoie, waarmee zij in 1860 door Frankrijk werd geannexeerd. In de nabijheid werden St. Franciscus van Sales en de scheikundige Berthollet geboren. — 13.000 inw.: fabrieken van zijden en katoenen stoffen, papier- en ijzerwaren.