Voor ankeren geschikte bodem; deze mag niet te diep zijn, opdat het ankertouw hem nog bereiken kan in de zachte bocht, waardoor het losbreken van het anker kan vermeden worden; als de grond noch te vast, zoodat het anker niet indringen kan, noch te week (slikgrond, moddergrond), waar het anker niet vasthouden kan, maar ploegt, noch scherp, maar zonder klippen en zuiver is, zoo dat men schuring van het ankertouw kan voorkomen (hetwelk overigens door opboeiing moet verminderd worden), dan noemt men dien grond goed (qood, — d Vabri); in het tegenovergesteld geval slecht (fould bottom, — mauvais-fond) Voor het anker-uitwerpen, is een juiste kennis van den ankergrond noodig.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk