(Capra hircus angorensis of Hircus angorensis) Geitenras, soms als een eigen geslacht voorgesteld; lange neerhangende ooren, mannetjes voorzien van lange schroefvormig gewonden, lintachtig-platte horens, wijfjes van kleine enkelvoudig gebogene; aan de pooten, op het gelaat en de ooren korte gladde haren; het lichaam is bekleed met een dikke, glanzige, zijdeachtige, geelwitte gekroesde vacht, die des zomers uitvalt doch spoedig weer aangroeit; zij weiden doorgaans met de schapen samen, en zijn alsdan de bewakers en de aanvoerders der kudde; van de lange woldraden, waarvan de geit, die jaarlijks tweemalen wordt geschoren, ongeveer 3 pond levert, wordt het kemelsgaren gesponnen, terwijl het tevens dient als inslag bij het weven van halfzijden stoffen. Dit ras draagt zijn naam naar de stad Angora in Klein-Azië; in den loop der 19de eeuw werd de A. met bemoedigenden uitslag in Zuid-Europa geacclimatiseerd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk