1. Arrondissement in het fransche depart.
Maine-et-Loire, met 9 kantons en 89 communes; het is verdeeld ais volgt:Kantons. Oppervl. in KM2 Inwoners
Angers Nord-Est 138¼ 80,000
Angers Nord-Ouest .... 139¾ 7,000
Angers Sud-Ouest 463¾ 8,500
Chalonnes-sur-Loire .... 111¾ 10,500
Le Louroux-Béconnais. . . 251 10,000
Les Ponts-de-Cé 230½ 20,000
St.-Georges-sur-Loire . . . 177 11,000
Thouarcé 311 17,000
Tiercé 152¾ 8,000
Totaal .... 15583/4 172.000
2. Hoofdstad van het fransche departement Maine-et-Loire, en van het arrondissement Angers, voormalige hoofdstad van het hertogdom Anjou, per spoor 302 km. van Parijs, aan de bevaarbare Maine, ten deele amphitheatersgewijze gebouwd tegen de helling van een hoogte ; centrum van negen spoorlijnen. De kathedraal Saint-Maurice, gebouwd llde — 13de eeuw, de kerk Saint-Serge, de Drievuldigheidskerk, aangevangen in 1602, het beroemde kasteel van Angers, aangevangen onder Philippe-Auguste en voltooid onder Louis IX, het gasthuis, gesticht 1155 door Hendrik II van Engeland, een overdekte vischmarkt, drie fraaie bruggen over de Maine, en het standbeeld van koning Réné maken de merkwaardigheden van deze stad uit, die lang den naam van zwarte stad droeg, omdat hare meeste huizen met lei waren gedekt, wat thans nog slechts het geval is in de oudste gedeelten der oude stad, die een zeer middeleeuwsch voorkomen heeft.
In het Gallische tijdvak was Angers de hoofdstad van het Andes-gebied, later Andecavi of Andegavi geheeten; de Romeinen noemden haar Juliomagus en verfraaiden haai zeer; in 475 viel zij in handen van Childerik I; onder Karel den Kale verkreeg zij groote belangrijkheid; onder Foulques I kwam zij aan Anjou en geraakte later in bezit van de Plantagenets; Philippe-August vereenigde haar met het fransche grondgebied; Louis IX schonk haar in leen aan zijn broeder, graaf Charles I van Provence; Louis XI ontnam haar in 1474 aan Réné van Anjou, waarmee haar leenlichtig bestaan een einde nam, daar zij voorts eel van Frankrijk bleef uitmaken. In de godsdienstoorlogen hield zij de roomsch-kathol. zijde; in 1620 werd zij de residentie van Maria de Medicis; in 1789 werd zij tot departementshoofdstad verheven; in 1790 mengde zij zich in den Vendée-opstand en werd in 1793 door de Vendéeërs, die daarbij een groote nederlaag leden, aangevallen; in 1796 werd te A.; op het Champs-de-Mars, Stofflet gefusileerd, na den slag van Waterloo werd zij door 5000 man Pruisische troepen bezet; in de latere oorlogen en woelingen der 19de eeuw bleef zij geheel verschoond. In den loop der tijden werden te A. verschillende provinciaal-concilies gehouden; A. is zetel van eenhisschop, van een hof van appèl, er is een school voor kunsten en ambachten, een museum en een beroemde bibliotheek; 78.000 inw. Handel, landbouw, wijnbouw, mijnwezen.
Angers vormt, met de omliggende gemeenten, 3 -kantons, n.l. de kantons Angers NordEst, 8 gemeenten, Angers Nord-Ouest, 11 gemeenten, Angers Sud-Ouest, 4 gemeenten, met te zamen ongeveer 95.000 inw.
