Gepubliceerd op 20-01-2021

Andreas bonn

betekenis & definitie

Nederl. genees- en ontleedkundige, geb. te Amsterdam, 17 Juni 1738, studeerde in zijn geboorteplaats, vervolgens te Leiden, begaf zich na zijn promotie naar Parijs, vestigde zich voorts te Amsterdam en werd hier hoogleeraar in ontleed- en heelkunde aan het athenaeum; hij overl. te Amsterdam 2 Sept. 1817. Hij bezat een ontleedkundig kabinet, dat voor de Leidsche hoogeschool aangekocht werd.

Hij schreef: Thesaurus ossium morbosorum (1783).

< >