fransch encyclopedist, geb. 7 Maart 1727 te Lyon, studeerde bij de Jezuïeten te Parijs en was leeraar aan de Sorbonne. Na een reis door Italië trad hij in nauwe relatie met de philosophen, vooral met Voltaire, Turgot, D’Alembert, Diderot e. a. en was bevriend met Franklin en lord Shelburne.
Zijn met succes bekroonde bemoeiingen bij laatstgenoemde in zake den vrede tusschen Frankrijk en Engeland bezorgden hem een koninklijk pensioen van 4000 francs per jaar. In 1785 werd hij lid der Academie, wier archief (en daaronder de manuscripten van den Dictionnaire) hij tot aan de herstelling daarvan (1803) bij zich bewaarde. Hij overleed 12 Jan. 1819 te Parijs. Zijn geschriften, door hem zelf verzameld onder den titel Mélanges de littérature et de philosophie du XVIII. siècle (4 dln., Parijs 1818), geven een getrouw beeld van de liberale philosophische en economische ideeën der 18de eeuw in eenvoudige natuurlijke taal, zonder overdrijving. Hij liet nog Mémoires sur le XVIII. siècle et sur la Révolution (2 dln., Parijs 1821) na.