Lam. Plantengeslacht van de groep der Peulvruchten, Leguminoseae, en van de Familie der Vlinderbloemigen, Papïlionaceae; de 17 bekende soorten zijn meest alle afkomstig van Amerika, als Andira araroba van Brazilië, Andira retusa van Suriname enz.
De meeste soorten werden vroeger tot het geslacht G-eoffroya gerekend. Andira inermes (Geoffroya Jamaicencis), de wormbastboom, 17de klasse 3de Orde stelsel Linn., groeit op Jamaica, zoowel aan de oevers, als in de bosschen; het is een boom van middelbare grootte, rijkgetakt; stam uitwendig blauwachtig grauw, inwendig geelachtig bruin; bladen evind, uitgerekt eivormig en 1 voet lang; de bladstelen dragen gewoonlijk vier paar bladeren en één afzonderlijk blad, dat kortgesteeld en stomp is; bloemen, trosgewijs bij elkaar zittende, bleekrood; kelk klokvormig, bezet met roestkleurige haartjes; bloemkroon vlindervormig; de steenvrucht is vast, vleezig, eivormig, aan weerskanten gegroefd, 2-kleppig, 1-zadig; deze soort levert de wormbast {cortex geoffroyae jamaicences) reeds vroeg als wormdrijvend middel bij de inboorlingen bekend, en de Jamaicasche wormbaststof, het scherpe beginsel uit de schorslagen dezer boomsoort, dat gele, ondoorschijnende, vierhoekige kristallen vormt, oplosbaar is in water, moeilijker in alcohol, geheel niet in ether, en met onderscheidene zuren gele, bittersmakende, kristalliseerbare zouten vormt.