Gepubliceerd op 19-01-2021

Anaesthesie

betekenis & definitie

Gevoelloosheid, tengevolge van werkeloosheid der gevoelszenuwen; deze toestand kan zich over het geheele lichaam uitstrekken en zich ook tot een deel daarvan bepalen. Het is een verschijnsel bij vergiftiging met morphine, narcotine enz., dikwijls bij beroerte, epileptische krampen, bij waanzin, ruggemergskwalen enz.

Anaesthesie wordt bij pijnlijke operatiën en bij amputatiën kunstmatig in het leven geroepen; vroeger gebruikte men daarvoor aether; A. van afzonderlijke lichaamsdeelen geschiedde door dompeling daarvan in ijswater, wat niet geheel pijnloos was; in 1873 bepoefde Dr. Horvath indompeling in alcohol van 5° C. en in koude glycerine; het doen intreden van een algeheelen toestand van gevoelloosheid geschiedt sinds 1847 door inademing van chloroform. Zie Simpson.

< >