Gepubliceerd op 20-01-2021

Alphonse daudet

betekenis & definitie

Fransch romanschrijver, geb 13 Mei 1840 te Nîmes, overl. te Parijs, 16 Dec 1897, studeerde aan het college te Alais begaf zich in 1857 naar Parijs, debuteerde hier als schrijver met de dichtbundel Les amoureuses (1858), werd secretaris van den hertog van Morny, kreeg door deze betrekking middelen om studiereizen naar Italië en het oosten te doen, schreef een tiental jaren voor tijdschriften en bladen, en behaalde, na lang vruchteloos pogen in allerlei richting, zijn eerste succes met de novelle Le petit chose, histoire dé un enfant (1868); van zijn overige werken, die hem een eerste plaats onder de fransche schrijvers van den nieuwsten tijd doen innemen, zijn de voornaamste: Tartarin de Tarascon (1872), Contes du lundi (1873), Fromont jeune et Risler aîné (1874), Jack (1876), Ie Nabob (1877), les Rois en exil (1879), Numa Roumestan (1 S8l), VEvangéliste (1883), Sapho (1884), Tartarin sur les Alpes (1885), l’Immortel (1888), Port-Tarascon (verschenen 1898), la Petite Paroisse (1895), Soutien de familie (1890), Souvenirs d’un homme de lettres (1888), Trente ans de Paris; A travers ma vie et mes oeuvres (1888); onder zijn tooneelwerken is l’Artésienne (1872), hoewel niet wat men noemt een handig in elkaar gezet tooneeistuk, in vele opzichten een meesterwerk. D. behoort tot de realistische school; ook zijn vertellingen en verhalen zijn voor het meerendeel stukken werkelijkheid, waargenomen en gevoeld door een dichter; hij is bovenal impressionist; wat de constructie van zijn werken betreft, ontbreekt het velen aan samenhang en geleidelijkheid, waardoor zij echter te grooter natuurlijkheid erlangen.

< >