(Kuh-horn). Een vroeger in de bergstreken der Alpen door herders meer dan thans gebruikt blaas-instrument ter lengte van vijf voet; van het mondstuk, dat opdat eener trombone gelijkt, verwijdt de horen zich geleidelijk, maakt een bocht en eindigt met de wijdte eener trombone ; deze. horens zijn meestal van hout, of van wilgenbast.
De alpenhoren brengt gemeenlijk slechts vijf noten voort, doch over bijna twee octaven verspreid: namelijk C, G, d, E, G. Met deze vijf noten spelen de herders dikwijls heerlijke melodieën, waarvan de bekoring onbeschrijflijk is. Het volgende is een staaltje: