De meest zuidelijke provincie van het koninkrijk Portugal, het oude koninkrijk der Mooren. 4850 K.M2. groot, met ruim 200.000 inw.; A. wordt ten noorden begrensd door de provincie Alemtejo, ten oosten door Spanje, provincie Huelva, ten zuiden en ten westen door den Atlantischen Oceaan; het gebergte Serra de Monchique scheidt deze provincie van Alemtejo ; zij bestaat uit een niet meer dan gemiddeld 2 uren breed kustland, het district Beiramar, dat aan de veelvuldig aldaar gevonden boomsoort chamaerops Immïlis, die een hoogte van ongeveer 1 meter bereikt, een eigenaardig voorkomen ontleent, terwijl er overigens alle zaadvruchten tot rijpheid komen; verder uit het district Borrocal, gevormd door het woeste verlatene en onvruchtbare land tusschen het kustgebied en het gebergte, en uit het district Serra, het bergachtig land. De hoofdstad is Faro; andere plaatsen zijn: Lagos (Lacobriga) de oude hoofdstad, Monchique, met warme baden, Sagres, verblijfplaats van prins Hendrik den Zeevaarder; de arbeidzame, ruwe bevolking heeft nog in vele zeden en gebruiken de sporen harer moorsche afkomst bewaard.
Zie voorts Portugal.