russ. letterkundige en dichter, in 1778 geb. in het gouvernement Perm, studeerde te Moskou en werd later aldaar hoogl. in de rede- en dichtkunst, in welke betrekking hij tot zijn dood in 1830 werkzaam was. Tot zijn letterkundigen arbeid behooren, behalve vertalingen van Virgilius, Tasso en anderen, een werk: Over den geest der oude poëzie en haren invloed op de ontwikkeling der Volken en een Korte schets van de theorie der schoone letterkunde (2 dln., Mosk. 1821—22).
Onder zijn oorspronkelijke dichterlijke voortbrengselen nemen zijn Russ. Liederen een eerste plaats in.