de oudere (Dumas père) Fransch romancier en dramaschrijver, geb. te VillersColterets in Picardië, 24 Juli 1803, verloor vroeg zijn vader (generaal D., geb. 1762, overl. 1806), kreeg een gebrekkige opvoeding, was eenigen tijd bij een notaris op kantoor, ging in 1823 naar Parijs, kreeg hier door een wapenbroeder zijns vaders een plaats als kopiist op het secretariaat van den hertog van Orléans, en debuteerde als schrijver met een bundel novellen, die in 1826 uitkwam.
Na aan eenige vaudevilles te hebben meegewerkt begon hij zich op de hoogere dramatische genres toe te leggen, en deed in 1829 het historische drama Jleuri Hl et sa emir opvoeren, een werk in den geest der nieuwe romantische dramatiek, dat groot succes had, en hem aanmoedigde op den ingeslagen weg voort te gaan; zijn stukken volgden na de Juli-revolutie elkander snel op en vielen, geheel den romantisch-dramatisc.hen smaak volgende, door hun excentriciteit en hartstochtelijke taal bizonder in den smaak ; de voornaamste zijn : Antonij (1831), Napoleon Bonaparte (1831), Teresa (1832), Ang'ele (1833), Don Jmn de Marti na (1836), Caligula (1837), Paul Jones (1838), Lorenzino (1842), blijspelen: tin Manage sous Jmnis XV (1841). Ilalifax (1842), les DemoiscUes de Saint-Cyr (1843), Ie Verrolt de la Reine (1856); bovendien ontleende hij ook tal van tooneelwerken aan zijn romans Hij bereisde allerlei landen, begon meerdere schouwburgondernemingen, richtte een aantal bladen op, die alle een kort bestaan hadden, nam onder Garibaldi deel aan de veldtochten op Sicilië enz., zag zich door het publiek meer en meer met onverschilligheid bejegend, en stierf 5 Dec. 1870 in het dorp Puys bij Dieppe. 1883 werd op het plein Malesherbes te Parijs een monument voor hem opgericht, het werk van Gustave Doré; in zijn geboorteplaats werd in 1885 een standbeeld voor hem onthuld. I). schreef of onderteekende 257 deelen romans, en 25 deelen dramatische werken. Hij had vele medewerkers: Maquet, Goubaix, Anicet-Bourgeois, A. de Leuwen, Brunswick, Meurice, Bocage, Nerval, Feuillet, Souvestre; van vele der op zijn naam uitgegeven romans ontwierp hij alleenlijk het plan, dat dan door anderen onder zijn toezicht en leiding werd uitgewerkt.
Zijn meest gelezen romans zijn: Les trois mousquetaires (1844), Vingt ans après (1845), Le mcomte de Bragelone (26 dln., 1848—50), Le cornte de Monte-Cristo (1845), La reine Maryot (1845), Le chevalier de Maison-Rouge (1846), La dame de Monsereau (1846), met vervolg; les Quarante-Cinq (1848), La Régence (1849', Mémoires tVun médeein (1848—55), la Femme au collier de velours (1851); vele werden ook in het nederlandsch overgebracht.
