Gepubliceerd op 17-02-2021

Alexander hamilton

betekenis & definitie

medestichter der Vereenigde Staten van Amerika, geb. 11 Jan. 1757 op het west-indische eiland Nevis, trad, toen de oorlog tegen Engeland uitbrak, als kapitein van de artillerie bij het leger der Noord-Amerikanen in dienst, en kreeg door zijn vriendschap met Washington, tot wiens adjudant hij in 1777 benoemd werd, grooten invloed. Na den vrede in 1783 legde hij zich op de rechtswetenschappen toe en was spoedig een der meest gevierde advokaten te New-York.

In 1786 werd hij lid van de wetgevende vergadering en nam in het volgende jaar aan de vergadering te Philadelphia deel, die over de nieuwe constitutie moest beraadslagen. Door zijn aanhoudende pogingen om uit het losse statenverbond een krachtigen bondstaat te vormen, kan hij als de eigenlijke stichter der federalistische partij beschouwd worden. In 1789 werd hij secretaris der schatkist, en nam als zoodanig zulke goede maatregelen om de zwaar geschokte geldmiddelen te herstellen, dat hij de schepper der Noord-Amerikaansche financiën genoemd mag worden. Door de democraten hevig bestreden, legde hij1 in 1795 dit ambt neder en vestigde zich opnieuw als advokaat. Toen in 1798 de oorlog met Frankrijk losbrak, stelde men hem, op verlangen van Washington, tot tweeden bevelhebber aan, zoodat hij na diens dood, in 1799, voor korten tijd als opperbevelhebber moest •optreden. Met den vrede hernam hij zijne rechtspraktijk en geraakte in 1804 met den overste Bnnr in een politieken strijd, die zoo hoog liep dat er een tweegevecht uit ontstond.

H. bekwam toen eene wond, waaraan hij den volgenden dag, 12 Juli, stierf. Zijn geschriften werden in 1851 en 1885 uitgegeven.

< >