(Kasteel der Guadaira) Stad in Andalusië, Spanje, provincie Sevilla, district Utrera, het oude Hienippa der Carthagers, 15 km. z. o. van SeviHa, aan de spoorlijn Sevilla-Carmona, niet ver van de Guadaira, gedeeltelijk op een heuvel, zoodat vele straten zeer steil zijn; op den top des heuvels vindt men de ruïnen van een Moorsch kasteel, naar de overblijfselen te oordeelen eens een der belangrijkste onder de bouwwerken van dien aard. De stad is heerlijk gelegen en wordt om het gezonde klimaat der omgeving door vele inwoners van het naburig Sevilla tot zomerverblijf gekozen.
Door geheel Spanje zijn de bakkerijen van deze stad bekend. Behalve van brood, wordt Sevilla door Alcala de Guadaira ook voorzien van water, dat door onderaardsche tunnelgeleidingen van den heuvel aangevoerd wordt. Enkele dezer tunnels worden beschouwd als van de Romeinen afkomstig, van de meesten is het bekend dat zij door de Mooren aangelegd zijn. Het water, dat door deze onderaardsche kanalen Sevilla bereikt, is kristalhelder. 8000 inwoners ; wijn, koorn, olie, vruchten, veeteelt (schapen, rundvee).