fransch schrijver, geb. te Sarseau 1668, overl. te Boulogne-sur-Mer 1747, werd in 1692 in de orde der advokaten opgenomen, maar wijdde zich geheel aan de letteren en leefde van de opbrengst zijner werken, benevens van een rente van 600 ponden, welke de abbé de Lyonne hem schonk.
Deze was het ook die hem aanraadde zijn voorbeelden te zoeken bij de spaansche dramaturgen en romanschrijvers. Nu deed L. het licht zien Théâtre espagnol (1700), dat de Traitre puni van Rojas en Don Félix de Mendoza van Lope de Veja bevatte. Doch in 1709 ving hij aan meer oorspronkelijk werk te doen verschijnen: het blijspel Crispin rival de son maître, en de roman Le diable boiteux. Daarna schreef hij Turcaret en zijn meesterstuk l’Histoire de Gil Bias de Santillane (1715 —35), dat evenwel onder den invloed staat van de spaansche schelmromans, evenals Le bachelier de Salamanque (1736), naast Gil Bias de meest vermaarde van zijn romans. Voorts had L. veel succes met zijn vertaling van Bojardo, Boland l’Amoureux (1721) en zijn exotischen roman naar authentieke bescheiden opgesteld, Les aventures du chevalier de Beauchesne (1732).