Gepubliceerd op 19-01-2021

Agra (hoofdstad)

betekenis & definitie

hoofdstad van de divisie en van het district Agra, aan den rechteroever der Jumna, op 139 engelsche mijlen zuid-oosteilrjk van Delhi en 783 dito noord-westelijk van Calcutta; de oude muren der stad sluiten een oppervlakte van 11 vierk. eng. mijlen in, waarvan 1/3 ongeveer bebouwd is; de huizen zijn meerendeels gebouwd van roode zandsteen, afkomstig van de naburige heuvelen; de hoofdstraat, loopende noordelijk van het fort, is zeer breed en ruim, overigens zijn er slechts nauwe onregelmatige doch zindelijke straten; sommige openbare gebouwen en monumenten zijn zeer fraai, vooral het fort, gebouwd door Akbar, en de Moti Masjid of Paarlmoskee en het beroemde praalgraf Taj Mahal, ongeveer een mijl van het fort buiten de stad gelegen, hetwelk keizer Shah Jehan voor zich en zijn gemalin Arjimard Banoo (bijgenaamd Mumtaz Mahal) deed bouwen en waaraan volgens Tavernier, die den aanleg bijwoonde, 20.000 werklieden gedurende 22 jaren zonder ophouden arbeidden; verschillende reizigers hebben dit praalgraf met gloeiende bewondering beschreven; van de Britsche gebouwen zijn het gouvernementshuis, het College ter opvoeding van inboorlingen, de kerk en de kazernen de voornaamste. Het klimaat van Agra tijdens het heete en het regenachtige seizoen (van April tot September) is voor Europeanen zeer nadeelig; het gemiddeld sterftecijfer staat echter gelijk met dat van elk ander punt der noordwestelijke provinciën.

Agra is de residentie van den luitenanLgouveirneur dezer provinciën, en van de administratieve, rechterlijke en militaire etablissementen. Bij de Hindoes staat deze stad in hooge eere, als de plaats der incarnatie van Vishnoe onder den naam van Parasoe Rama. Agra werd eerst in de 16e eeuw belangrijk; van 1526 tot 1658 was het de hoofdstad der Mogol-souvereinen. In 1784 werd de stad overrompeld en ingenomen door de Mahratten onder Scandia; in 1803 gaf zij zich na een bombardement van enkele uren aan lord Lake over. In 1836 werd Agra aangewezen als hoofdstad der N. W.-provinciën van Britsch Voor-Indië.

In 1857 tijdens den opstand tegen het Engelsch gezag werden de Europeanen te Agra zeer in het nauw gebracht, doch door kolonel Freathy ontzet. Die bevolking, die in het begin der 17e eeuw een half millioen zielen bedroeg, bestaat thans uit 168.000 inwoners.

< >