lat. dichter en botanicus, was van 1732—75 lioogl. in de geneeskunde te Leiden. Hij stierf in 1779.
Tot zijn botanische geschriften behooren: De anatome et oeconomia plantarum (Leid. 1728), Florae Leydensis Prodromus (Leid. 1740). Hij gaf ook een bundel lat. gedichten (1778). Tot zijn beste gedichtstukken behoort: De amoribus et connubis plantarum (1732).